Ga naar hoofdinhoud

M-bus apparaten aansluiten

Inleiding

M-Bus ofwel meter-bus is een seriële communicatiestandaard die speciaal is ontwikkeld voor het uitlezen van energiemeters zoals bijvoorbeeld warmtemeters, gasmeters, watermeters en elektriciteitmeters

M-Bus is vastgelegd in Europese normen, waarin zowel het communicatienetwerk als het protocol zijn beschreven. Hierdoor kunnen verschillende typen energiemeters probleemloos in hetzelfde M-Bus-netwerk worden opgenomen en door de Envi.Baseenvi.base De energiecontroller van Envitron die apparaten uitleest, aanstuurt en data opslaat achter de hoofdaansluiting. worden uitgelezen.

Aansluiten van Mbus apparaten

Voor het aansluiten van M-Bus apparaten op de Envi.Baseenvi.base De energiecontroller van Envitron die apparaten uitleest, aanstuurt en data opslaat achter de hoofdaansluiting. wordt optioneel een 2 meter lange RJ12-kabel meegeleverd met aan één zijde adereindhulzen. Je kunt er ook voor kiezen deze kabel zelf te maken. Zie hiervoor de pagina Data-aansluitingen.

Alle M-Bus apparaten worden in serie (daisy-chain) aangesloten op de Envi.Baseenvi.base De energiecontroller van Envitron die apparaten uitleest, aanstuurt en data opslaat achter de hoofdaansluiting.. In een M-Bus netwerk is er altijd slechts één mastermaster Het apparaat dat de communicatie initieert en bepaalt welk slave-apparaat wanneer antwoordt. (de Envi.Baseenvi.base De energiecontroller van Envitron die apparaten uitleest, aanstuurt en data opslaat achter de hoofdaansluiting.) en kunnen tot 40 slavesslave Een apparaat dat reageert op commando’s van de master. Elk apparaat heeft een uniek adres (ID). worden aangesloten. De apparaten worden achter elkaar doorverbonden. Kleine aftakkingen van een paar meter zijn toegestaan, maar worden niet aanbevolen omdat dit storingen of signaalverlies kan veroorzaken. Een ster- of ringtopologie mag niet worden gebruikt.

M-BUS connection diagram

tip

Wanneer de Envi.Baseenvi.base De energiecontroller van Envitron die apparaten uitleest, aanstuurt en data opslaat achter de hoofdaansluiting. als complete installatiekast wordt besteld, zijn de communicatiepoorten al extern doorgelust op rijgklemmen. Er hoeven dan geen speciale kabels meer gemaakt te worden. Bekijk ook Installatiekasten voor meer informatie.

Pinconfiguratie M-Bus poort

M-Bus poort (aansluiting 2)

PinFunctie
5M-
6M+

RJ12-connector

Aansluitpunten Envi.Base

Configuratie

Na het aansluiten dienen de M-Bus apparaten individueel te worden ingesteld volgens de handleiding van de fabrikant. Elk apparaat in het M-Bus netwerk moet een uniek M-Bus adres krijgen tussen 1 en 250. De Envi.Baseenvi.base De energiecontroller van Envitron die apparaten uitleest, aanstuurt en data opslaat achter de hoofdaansluiting. communiceert standaard op 2400 baud. Stel het apparaat op dezelfde baudrate in.

Wanneer de apparaten correct zijn ingesteld, kunnen ze worden toegevoegd aan de Envi.Baseenvi.base De energiecontroller van Envitron die apparaten uitleest, aanstuurt en data opslaat achter de hoofdaansluiting. via de installatietool van Envitron. Maak in de tool het betreffende apparaat aan onder de juiste apparaatcategorie, selecteer de juiste communicatie-instellingen en geef het apparaat een duidelijke naam. Deze naam wordt ook zo weergegeven in het portaal.

Test vervolgens in de installatietool of de meetwaarden correct worden weergegeven.

waarschuwing

Wanneer er een M-Bus pulse opnemer wordt toegepast op een pulse meter dan is het noodzakelijk om deze eerst te configureren met een M-Bus field tool. Deze opnemers hebben geen display en kunnen daarom niet rechtstreeks worden ingesteld. Via de field tool wordt de sensor op een computer aangesloten en geconfigureerd. Hierbij moeten onder andere de volgende instellingen worden opgegeven:

  • het type meting (gas, water, warmte, etc.)
  • de overzetverhouding
  • de beginstand van de meter

Technische eigenschappen

EigenschapSpecificatie
Aanbevolen datakabelStandaard 2-aderige 0,75mm² signaalkabel of RJ12-kabel (AWG24)
Maximaal aantal apparaten40 M-Bus slavesslave Een apparaat dat reageert op commando’s van de master. Elk apparaat heeft een uniek adres (ID).
TransmissiesnelheidStandaard: 2400 baud
TopologieSeriële lijn (daisy-chain), kleine aftakkingen toegestaan

Controlepunten bij verbindingsproblemen

Komt een apparaat niet online of reageert de bus traag? Controleer dan eerst met een multimeter of er spanning op de M-Bus aansluiting van de Envi.Baseenvi.base De energiecontroller van Envitron die apparaten uitleest, aanstuurt en data opslaat achter de hoofdaansluiting. staat. Haal hiervoor alle apparaten los en meet tussen M+ en M− van de Envi.Baseenvi.base De energiecontroller van Envitron die apparaten uitleest, aanstuurt en data opslaat achter de hoofdaansluiting.. De spanning hoort ongeveer 35 volt te zijn.

Is er geen spanning aanwezig, probeer dan de Envi.Baseenvi.base De energiecontroller van Envitron die apparaten uitleest, aanstuurt en data opslaat achter de hoofdaansluiting. één minuut volledig spanningsloos te maken en opnieuw op te starten. Meet daarna opnieuw of de juiste spanning aanwezig is.

Wanneer er wel spanning wordt gemeten, kan verder gezocht worden naar de oorzaak. Voor een gerichte diagnose is het verstandig eerst alleen het eerste apparaat online te krijgen en alle andere apparaten tijdelijk los te koppelen. Loop hierbij de volgende punten na:

  • Onjuiste topologie (ster in plaats van serie)
    M-Bus moet altijd in een seriële lijn (daisy-chain) worden aangesloten. Een ster- of ringstructuur kan zorgen voor spanningsverlies en onbetrouwbare communicatie.

  • Verkeerde kabel of te dunne kabel gebruikt
    RJ12-kabels (AWG24) zijn geschikt tot ca. 60 meter. Voor langere afstanden moet een 0,75 mm² signaalkabel worden gebruikt. Te dunne of slechte kabels veroorzaken spanningsval, waardoor meters slecht reageren of helemaal niet meer uitleesbaar zijn.

  • Defecte of beschadigde M-Bus kabel
    Een kabelbreuk, slechte lasklem of beschadigde ader kan ervoor zorgen dat apparaten wegvallen of helemaal niet online komen. Controleer de volledige kabelroute, inclusief koppelingen en lasklemmen. Meet de weerstand tussen de aders; een onverwacht hoge of onderbroken weerstand wijst op kabelschade. Bij alle aangesloten apparaten moet ook 35 Volt gemeten worden tussen de aders van M+ en M-.

  • Niet-unieke M-Bus adressen
    Het primaire communicatie adres moet altijd uniek zijn in het hele netwerk. Twee apparaten met hetzelfde communicatie adres blokkeren de communicatie.

  • Verkeerde baudrate ingesteld
    Alle apparaten in het netwerk moeten exact dezelfde baudrate gebruiken. De Envi.Baseenvi.base De energiecontroller van Envitron die apparaten uitleest, aanstuurt en data opslaat achter de hoofdaansluiting. gebruikt standaard 2400 baud. Afwijkende instellingen maken het apparaat onbereikbaar.

  • Te veel apparaten aangesloten (overbelasting van de mastermaster Het apparaat dat de communicatie initieert en bepaalt welk slave-apparaat wanneer antwoordt.)
    De Envi.Baseenvi.base De energiecontroller van Envitron die apparaten uitleest, aanstuurt en data opslaat achter de hoofdaansluiting. kan maximaal 40 M-Bus slavesslave Een apparaat dat reageert op commando’s van de master. Elk apparaat heeft een uniek adres (ID). voeden. Bij meer apparaten ontstaat spanningsval en vallen meters uit. Gebruik bij grotere netwerken een externe M-Bus voeding of repeater.

  • Defecte M-Bus meter of converter
    Eén defect apparaat kan het hele M-Bus netwerk verstoren. Koppel apparaten één voor één los om te bepalen waar het probleem zit.